Misschien heb je het al eens voorbij zien komen: insectenhotels, bermen die bezaaid zijn met wilde bloemen of een dakpan met een ingebouwd vogelhuisje. Dit zijn slechts een paar voorbeelden van natuurinclusief bouwen. Dat houdt in dat je rekening houdt met flora en fauna wanneer je een pand bouwt of renoveert. Je zorgt voor een schuil-, slaap- of voederplek voor dieren of geeft vegetatie de ruimte om te groeien.
Verweer tegen klimaatverandering
Steeds vaker wordt er bij het (ver)bouwen van een pand rekening gehouden met de natuur. Sommige gemeenten voeren een gedragscode in voor natuurinclusief renoveren, zijn steeds meer bedrijven bereid om te investeren in een groen gebouw en zijn er meer mensen die duurzaam willen wonen. Het is vooral de klimaatcirisis die ervoor zorgt dat mensen zich met dit onderwerp bezighouden. Ze willen graag hun steentje bijdragen door minder water te gebruiken, water op te vangen of de biodiversiteit in de stad te vergroten.
Natuurinclusief bouwen draagt op verschillende manieren bij aan een beter klimaat. Door plaats te bieden aan verschillende soorten flora en fauna neemt de biodiversiteit erg toe. Dit maakt de natuur beter bestand tegen veranderingen in bijvoorbeeld neerslag en temperatuur. Daarnaast wordt er meer CO2 opgenomen door het behouden of aanplanten van meer bomen en planten.
Groen in de stad
Het integreren van meer natuur in en rondom een stad brengt veel voordelen met zich mee. Meer groen in de stad zorgt voor verkoeling in de zomer, een beter gezuiverde lucht, minder verkeersgeluiden, en regenbuien worden beter opgevangen waardoor het riool niet overbelast raakt. Het kan lastig kan lijken om steden, die normaal volgebouwd zijn met stenen en beton, groener te maken. Toch zijn er genoeg manieren om in een stad meer ruimte te maken voor de natuur.
Ten eerste kan een stad ernaar streven om zo min mogelijk oppervlak te bestraten. Zo gaat de gemeente Utrecht uit van het principe “onverhard, tenzij”. In principe wordt grond dus niet verhard, tenzij het echt nodig is. Parkeerplaatsen hoeven bijvoorbeeld lang niet altijd volledig verhard te zijn. Meestal voldoet halfbestrating ook, dan groeit vegetatie tussen de tegels door. Hierdoor kunnen planten als straatgras, weegbree en varkensgras groeien, waar vogels vervolgens ook weer van profiteren.
Verder is het van belang om bestaand groen te behouden bij nieuwbouwprojecten. Vaak worden bomen en struiken weggehaald, maar zelfs als deze opnieuw worden geplant duurt het jaren voor die weer groot gegroeid zijn. Dit is zonde, want volgroeide bomen zijn erg belangrijk voor de biodiversiteit. Door bestaande sloten, bomen en struiken mee te nemen in een bouwplan behoud je de oorspronkelijke vegetatie en blijft het leefgebied van dieren intact.
Dit soort groene initiatieven dragen bij aan de biodiversiteit van een stad, en daardoor blijft het landschap in balans. Een grote biodiversiteit houdt plagen tegen van dieren zoals de eikenprocessierups of wespen. Bovendien zorgt een grote variatie aan soorten voor een gezonde en veerkrachtige natuur.
Stedelijk groen moet niet alleen gevarieerd, maar ook verbonden zijn met elkaar. Door bossages, parken, bermen, moestuinen, vaste planten en andere stukken groen met elkaar te verbinden vergroot je de biodiversiteit. Zowel begroeiing als dieren kunnen zich dan van het ene naar het andere gebied verspreiden.
Een natuurvriendelijk huis
Niet alleen op stedelijk niveau, maar ook in je eigen huis en tuin kan je al doen aan natuurinclusief bouwen. Je tuin of balkon kan uitstekend onderdak bieden aan verschillende soorten dieren. Neem bijvoorbeeld een nestkast voor mussen, een dakpan met ingebouwd vogelhuis, bakstenen waarin bijen zich kunnen nestelen of een insectenhotel. Het planten van een verscheidenheid aan bomen, bloemen en planten is ook essentieel in een natuurinclusieve tuin.
Daarnaast is het belangrijk dat maximaal een derde van je tuin is bestraat. Denk hierbij aan een pad naar de voordeur of een betegelde zitplek in de achtertuin. Neem in de achtertuin een open schutting, eventueel begroeid met klimplanten, en begrens je voortuin met een lage haag in plaats van met een hek. Dit soort plekjes bieden voedsel en bescherming voor vogels en vleermuizen.
Een nog grotere stap is om een groen dak te nemen. Je neemt dan eco-dakpannen die begroeid zijn met sedum, een soort vetplanten. Op dit dak kan je wilde bloemen en kruiden laten groeien en er een nestkast, waterbad en insectenhotel plaatsen. Vogels gebruiken je dak dan als veilig toevluchtsoord waar ze voedsel halen en zich kunnen nestelen. Je dak reguleert ook warmte, neemt regenwater op, isoleert geluid, zuivert de lucht en ziet er tenslotte ook prachtig uit.
Blik op de toekomst
Natuurinclusief bouwen is een nieuwe stap in duurzaam wonen en zal de komende jaren steeds meer worden toegepast bij bijvoorbeeld het bouwen van nieuwbouwwijken en renovaties. Door de inzet en bewustwording van gemeenten, bedrijven en particulieren zal de biodiversiteit in steden behouden en zelfs verbeterd worden.